Tien jaar bestsellerauteur van kookboeken

Zoals verschenen in Primo in september 2020

Tien jaar bestsellerauteur van kookboeken Pascale Naessens

In 2010 kwam haar eerste kookboek uit: ‘Mijn Pure Keuken’. Na tien jaar en evenveel kookboe- ken mag Pascale Naessens zich met recht en reden de bestverkochte culinaire auteur van België noemen. Toch blijft de 51-jarige vrouw van Paul Jambers (75) er bescheiden bij. ‘Wie vindt dat je mijn recepten bezwaarlijk koken kunt noemen, heeft grotendeels gelijk. Ik sta zelf ook niet graag uren in de keuken. Die tijd spendeer ik liever aan tafel.’

Inmiddels mag je je al tien jaar bestsellerauteur noemen.

PASCALE NAESSENS: In 2010 kwam mijn eerste kookboek uit: ‘Mijn Pure Keuken, volop genieten en toch slank’. ‘Echt Eten’ is inmiddels mijn tiende kookboek, kun je je voorstellen?

Hoe stel jij jezelf voor aan buitenlanders die Pascale Naessens niet kennen? Als schrijver?

Ik introduceer mezelf dan als auteur van kookboeken en keramiste. Die twee zaken zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor mijn nieuwe boek heb ik zelfs al het servies gemaakt. Maar ook in mijn eerste boek stonden al enkele borden van mijn hand. Nadien heb ik die ook gecommercialiseerd. We eten niet alleen met onze mond, maar ook met onze ogen. Hoe een tafel aangekleed is, draagt bij tot hoe een gerecht smaakt. Vaak heb ik een recept in mijn hoofd en ontwerp ik daarvoor dan passend servies.

Voor een buitenstaander ziet in de potten roeren en potten bakken er makkelijk uit. Maar ís dat ook zo?

Mensen zien alleen maar het eindresultaat. Gelukkig maar. Want als je ziet van waar ik kom, hoe ik geëvolueerd ben en hoe hard het werken is, zou je ogen trekken. Het is niet uit de lucht komen vallen, maar ik doe het graag. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt, maar dat is een mes dat langs twee kanten snijdt. Het gevolg is dat ik weekend in, weekend uit bezig ben met mijn passie. Daardoor lijkt het wel alsof ik nooit werk.

Ligt er bijvoorbeeld een notitieboekje op jouw nachtkastje?

In mijn geval niet ’s nachts. Goede ideeën kunnen eender waar en wanneer ontstaan, dus ik ga de deur niet uit zonder notitieboekje. Een idee voor een smaakcombinatie of een vorm voor keramiek noteer ik meteen. Ik denk dat ik zo al wel vijftig notitieboekjes volgeschreven heb.

Waar haal jij je inspiratie?

Gek, maar ik ben het creatiefst op het vliegtuig. (lacht) Ik denk dat dat komt omdat je ‘gevangen’ zit. Omdat je de tijd aan boord toch nuttig wilt besteden, blijkbaar, boost dat in mijn geval mijn denkvermogen. Als je met goede ingrediënten werkt, volgt de inspiratie voor een stuk ook vanzelf. Ik koop bijvoorbeeld dagverse producten, seizoensgroenten en andere dingen die ik lekker vind. ’s Middags of ’s avonds trek ik dan de kast en koelkast open. Met de ingrediënten die voorradig zijn, sla ik aan het experimenteren. Mijn allerbeste recepten ontstaan wanneer de voorraadkast quasi leeg is. Nadat ze klaar zijn, schrijf ik de gerechten meteen uit, want zelfs een simpel gerecht vergeet je ongelofelijk snel. Overigens vind ik ook reizen inspirerend, maar omwille van de coronacrisis staat dat op een laag pitje. Azië is bijvoorbeeld een continent dat mij op álle vlakken begeestert. De mensen zijn er lief en krachtvol tegelijk, maar niet onderdanig. Aziaten zijn creatief met bijvoorbeeld keramiek, houtbewerking, architectuur of het ontwerpen van stoffen, maar ook op culinair vlak. Na zo’n reis keer ik gegarandeerd terug met twee volle notitieboekjes.

Dit is een fragment uit het artikel. Je kan het volledige artikel in de pdfs hieronder lezen.