Kleuren en geuren van de natuur

De natuur geeft en neemt. Ze kan verschrikkelijk wreed zijn, maar ook bijzonder harmonieus en mooi. Hier wil ik me vooral concentreren op het mooie dat ze te bieden heeft. Iedereen
wordt gelukkig bij het zien van zoveel mooie kleuren. Het zijn allemaal ingrediënten die rechtstreeks uit de natuur komen en die je kunt gebruiken in de keuken.

Omdat het gebruik van kruiden zo persoonlijk is, vermeld ik ze niet bij de recepten zelf, maar ik
moedig het gebruik ervan wel heel sterk aan. Ze geven niet alleen kleur en smaak aan je gerechten, ze ondersteunen ook de goede werking van je lichaam. Ze bevatten vaak grote hoeveelheden antioxidanten en bioactieve stoffen. Bovendien geeft het een bijzonder goed gevoel om culinaire kennis te vergaren over kruiden; heel soms kun je er zelfs indruk mee maken. 🙂

Maar bovenal zijn kruiden lekker, decoratief en verspreiden ze een subliem aroma. Ja, ik ben gek op geuren. Geuren kunnen me echt in vervoering brengen.
Hier een greep uit mijn lievelingssmaakmakers:

• Bloemetjes van bieslook: ik snijd ze fijn en voeg ze op het laatste moment toe aan salades en groenteschotels. Zelfgekweekte bieslook smaakt echt pittig.
• Rozenknopjes en rozenblaadjes: aan groene thee voeg ik vaak een lepel gedroogde rozenblaadjes toe voor een subtiele zoete rozensmaak. De rozenknopjes zet ik erbij als decoratief element of ik doe ze gewoon in de thee. Dat is echt een theeritueel waar ik ten volle van geniet. Speciaal hiervoor heb ik mijn theehoudertjes gemaakt (zie ‘Echt Eten’ p. 151 & 157).
• Rozenblaadjes: die gebruik ik heel vaak bij desserts. Ze zijn niet alleen lekker, maar ook bijzonder decoratief.
• Gedroogde jasmijnbloemetjes: jasmijn is een van mijn lievelingsgeuren. Alleen al het kijken naar jasmijnbloempjes maakt mij gelukkig. Ik gebruik ze bij groene thee en als decoratieve afwerking bij desserts.
• Lavendel: ik kan iedereen aanraden zelf lavendel te planten. Hij groeit makkelijk bij ons, ook in potten. Het is een zalig geurende en decoratieve plant die je meteen doet denken aan de Provence. De blaadjes van lavendel kun je verwerken in salades en de blauwe bloemetjes in desserts. Veel heb je er niet van nodig.
• Kurkuma: wie mijn keuken kent, weet dat ik gek ben op kurkuma. Ik gebruik de specerij onder meer voor de kleur. Dan gebruik ik er weinig van en vooral in poedervorm. Voor de smaak gebruik ik liefst de verse wortel, die ik in dunne plakje snijd. Kurkuma gebruik ik ook voor zijn medicinale kracht. En als ik in mijn kurkumaperiode ben, voeg ik het toe aan zowat elk gerecht. Ik laat het dan meestoven met de groenten.
• Paprikavlokken: voor als ik het hot wil hebben.
• Zwarte peper: misschien ben ik wel verslaafd aan het stofje piperine in zwarte peper. Dat zou endorfinen in je hersenen vrijmaken, wat je een goed gevoel geeft. Het geeft in ieder geval pit aan je eten en het is goed voor zowat alles. Ik voeg het overal aan toe, zelfs aan sommige desserts.
• Limoenblaadjes: dit zijn blaadjes afkomstig van de kaffirlimoen. Ze worden vers of gedroogd verkocht. Verwar de kaffir, een kleine pokdalige limoen, niet met de gewone limoen die wij kennen. De blaadjes ervan zijn bijzonder aromatisch en worden vooral in de Aziatische keuken gebruikt. Ik ben gek op limoenblaadjes en gebruik ze vaak in mijkn recepten. Ze zijn makkelijk te vinden en vrij goedkoop, zeker in de Aziatische winkel, waar je voor weinig geld een grote zak koopt. Je kunt er lang mee voort en ze laten heel je kast naar limoen ruiken. Heerlijk vind ik het.
  Ik koop ze vooral gedroogd en laat de blaadjes meestoven in de gerechten, waardoor die een limoentoets krijgen. Het resultaat is niet te vergelijken met wanneer je limoensap zou toevoegen. Ik bak ze ook krokant samen met noten en kruiden.
• Pistachenoten: ze zijn zo mooi en zo lekker, daarom verdienen ze een plaats hier.

Uit het boek ‘Echt Eten’.